Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Niet mijn taak

De Christian Science Heraut - 25 februari 2020

Oorspronkelijk gepubliceerd in de januari 2020 editie van The Christian Science Journal.


In een van mijn favoriete podcasts zit een onderdeel dat “Niet mijn taak” heet. De gastheer introduceert specialisten in de show om hen vragen te stellen over iets dat absoluut niets te maken heeft met hun expertise. Dus als zij elke vraag fout beantwoorden, is dat grappig en geen probleem omdat het om te beginnen niet echt hun taak was om de antwoorden te weten.

Hoe is dit van toepassing op gebed? Gebed helpt om te bepalen wat wel of niet onze taak is. Vaak is het feit dat we iets op ons nemen dat niet echt onze taak is, de oorzaak van de worsteling die we ervaren bij geestelijke groei.

Bijvoorbeeld, een paar jaar geleden zat ik ’s avonds laat nog te piekeren over een beslissing die gemaakt moest worden betreffende een van mijn kinderen. Ik wilde intens graag de juiste keuze maken en voelde me verantwoordelijk voor de toekomst van mijn kind, die afhankelijk leek te zijn van de beslissing. Mijn gebed was een diep verlangen om te weten wat het juiste was om te doen.

Maar plotseling, toen het tot me doordrong hoezeer ik gefocust had op het specifieke resultaat, deed ik een mentale stap terug. In mijn dagboek schreef ik: “Het is niet mijn taak om . . . “, gevolgd door een lijst van dingen zoals tobben, herkauwen, overanalyseren, het resultaat willen regelen, of denken dat ik het succes (of het falen) van iemand anders kan bepalen. Toen dacht ik: “Wat is dan wél mijn taak?” En ik maakte een andere lijst met: reageren met wijsheid, luisteren, vertrouwen hebben, geduldig zijn, overtuigd zijn dat het huidige goede een grondslag is voor het toekomstige goede.

Christian Science zegt, dat gebed ons in harmonie brengt met “de Wetenschap van het zijn” (zie Mary Baker Eddy, Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, blz. 2). Dit gebed is meer dan hopen op een specifiek resultaat in de toekomst; het streeft ernaar om te weten wat reeds geestelijk aanwezig is, ook als we dat nog niet helemaal onderscheiden.

Duidelijkheid over deze geestelijke aanwezigheid komt van het begrijpen van de fundamentele waarheden betreffende ons zijn. En toch gaat gebed vaak niet diep genoeg om deze waarheden te omvatten. Als we ons in de eerste plaats focussen op een bepaald resultaat, proberen we gebed te gebruiken als een middel om een doel te bereiken. Maar als we de leringen van Jezus Christus volgen, brengt gebed de godgelijkende aard van ieder van ons aan het licht. Dit brengt ons in de harmonie van ons ware zijn. En het gevolg is een duidelijk gevoel van richting, zelfs als we de uitkomst nog niet weten.

Gezien dan vanuit dit perspectief, is het niet onze taak om gebed te gebruiken om plannen te maken, zaken te regelen, problemen op te lossen, verklaringen te bedenken of te zorgen dat er iets wel of niet gebeurt. Als we zoeken naar een geestelijke benadering voor genezing, is het onze taak om de tegenwoordigheid van het geestelijk goede te erkennen op de plaats waar we zijn. We moeten afstand doen van de definities over onszelf die beperkingen inhouden van tijd, mogelijkheden en hulpmiddelen – op sterfelijkheid gebaseerde definities. Als wij ons afwenden van beperkingen, eigenzinnigheid en persoonlijke pogingen om ons bewust te zijn van Gods aanwezigheid, kunnen we een diepe kalmte en vrede ondervinden, ongeacht wat er aan de hand is.

In de leringen van Jezus kunnen wij meer ontdekken over onze godgelijkenis. Hij zei bij voorbeeld: “Geloof Mij, dat ik in de Vader ben en de Vader in mij is . . .” (Johannes 14:11). Gods werk wordt zichtbaar in ons werk. Gedurende zijn missie toonde Jezus ons zijn geestelijke eenheid met de goddelijke Liefde, God, opdat wij onze eigen eenheid met deze Liefde konden ontdekken.

Het is onze taak om te accepteren dat wij mateloos geliefd zijn door de ene God, die oneindige Liefde is en die voortdurend openbaart dat we oneindig geliefd zijn. Dit is geen werkelijkheid voor de verre toekomst. Het is een huidig feit van ons ware bestaan. We zijn niet te scheiden van deze oneindige, goddelijke tegenwoordigheid van Liefde. En onze kinderen en geliefden zijn dat evenmin. Feitelijk is Gods liefde voor iedereen altijd aanwezig.

Het is niet onze taak om te proberen anderen deze liefde te laten voelen, of hen te verbeteren of te regelen hoe ze over ons denken. Maar onze kijk op een situatie kunnen we wel veranderen of er afstand van nemen. Als we ernaar streven het licht van de Christus uit te dragen, zien anderen dit licht. Maar het is altijd de goddelijke invloed in hun bewustzijn die echte verandering teweegbrengt. Het is onze taak om in ons eigen bewustzijn de leiding te volgen van deze invloed en erop te vertrouwen dat ons voorbeeld, meer dan woorden of wilskracht, genoeg is.

Er is een urgentie in onze individuele eenheid met God. Het menselijk gemoed kan worstelen met de gedachte dat geestelijk begrijpen moeilijk te bereiken is, maar we kunnen onze geestelijkheid nu waarnemen omdat we altijd al hebben bestaan in verwantschap met God. God, eeuwig Leven en eeuwige Liefde, is de bron van ons zijn en is nooit opgehouden met ons te steunen. God stimuleert ons geestelijk begrijpen. Het is niet onze taak om iets te doen ontstaan wat er al is. Het is onze taak om te zien wat God al heeft geschapen en aan ons openbaart.

Als we een neiging waarnemen om in onze gebeden regelmatig te focussen op het toekomstige goede, kan dit leiden tot het uitstellen van de verwezenlijking van geestelijke volmaaktheid die nu al aanwezig is. Dit huidige moment bevat al het goede dat we ooit nodig zullen hebben en toont ons onze volmaaktheid en heelheid, nu. En het verschaft een basis voor het toekomstige goede, maar het is niet onze taak om onszelf vragen te stellen over de toekomst of het verleden te herkauwen. Het is onze taak om de grootsheid van de goddelijke goedheid die op dit moment aan de orde is, te aanvaarden.

Toen ik dit die avond inzag, werd ik rustig over de beslissing voor mijn kind. Ik vertrouwde erop dat het goede van vandaag de grondslag zou verschaffen voor het goede van morgen. En het was mijn taak om dit goede te vieren en mij er stap voor stap door te laten leiden.

Wetenschap en Gezondheid heeft het volgende te zeggen over wat onze taak is om te doen: “De regel is reeds vastgesteld en het is onze taak de oplossing te vinden. Zullen wij het Beginsel van alle goedheid vragen Zijn eigen werk te doen? Zijn werk is gedaan en wij hoeven slechts gebruik te maken van Gods regel om Zijn zegen te ontvangen, die ons in staat stelt onze eigen zaligheid uit te werken” (blz. 3).

Onze taak is om te zien wat God al heeft gedaan. En dan van die volledigheid steeds meer gebruik te maken. Wat een geweldige belofte wacht ons!

Larissa Snorek
Associate Editor

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.