Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Geheugenverlies - genezen

De Christian Science Heraut - 1 juli 2009

Vertaald uit The Christian Science Journal, jaargang 127, nummer 01


Ik dacht: ik ben mijn geheugen aan het verliezen. Ongeveer vijf jaar geleden begon ik het moeilijk te vinden om me dingen te herinneren. De gedachten kwamen en gingen, maar ze bleven niet in mijn herinnering. Er was voortdurend een leegte in mijn hoofd. Bekende bijbelverhalen, namen van familie en kennissen, de combinatie van mijn fietsslot, en me herinneren wat ik op het moment aan het doen was, het leek of ik alles kwijt was.

Het herwinnen van een helder geheugen begon met een heel eenvoudig gebed: doe mij weer herinneren, Vader.Niet: Help me om te herinneren, maar: Doe het mij her-denken. Herinner mij er aan dat U altijd tegenwoordig bent. Laat dat mijn bewustzijn vullen en alle gedachten van angst  en ziekte verwijderen. Ik ben me altijd en uitsluitend van U bewust en van ieder idee dat U – Gemoed – insluit.

Andere keren zei mijn hart alleen maar: Dank U God. Dank U voor het weten wat ik moet weten, dank U voor mij Uw ideeën te geven en Uw kennis. Dank U dat U voor mij zorgt, dat U zich herinnert dat ik Uw kind ben en dat ik niet alleen ben.

 Het bijbelvers: “Want dat gemoed zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was” (Phil.2:5, volgens de King Jamesbijbelvertaling), werd mijn vaste begeleider. Ik bad dan: Vader, laat dat gemoed in mij zijn, wat ook in Christus Jezus was. Ik wist dat dit goddelijke Gemoed de eigenschappen van geestelijke scherpte, waarneming en herinnering inhoudt. De erkenning dat ik onafscheidelijk was van de intelligentie, het begrijpen en de wijsheid van mijn Schepper bevrijdde me van het valse geloof dat mijn gedachten gescheiden konden zijn van hun bron, of dat ik een gemoed had gescheiden van God, dat vergeetachtig kon zijn of ziek.

Midden in de verwardheid en angst om mijn geheugen te verliezen, werd ik rustiger en werd ik me meer bewust van mijn onafscheidelijkheid van God. Door me meer bewust te zijn van deze eenheid met God werd ik bevrijd van stress en paniek; het gaf me ook meer moed en bracht vrede in mijn denken. Het werd belangrijker voor me de tegenwoordigheid van het goddelijke Gemoed te voelen dan me een gedachte of taak te herinneren. Het werd een natuurlijke manier van denken om ieder moment Gods tegenwoordigheid te erkennen. Bij iedere gelegenheid bevestigde ik dat ik werd gesteund door God. Dit stelde me in staat om me ieder moment te herinneren wat nodig was. Het was verrassend dat informatie, waarvan ik me niet bewust was op de hoogte te zijn, in mijn gedachten naar boven begon te komen. Ik was in staat om vlug zekere beslissingen te nemen, en oplossingen voor problemen kwamen op een natuurlijke manier. Ik stond sterk in mijn gebeden dat ik de mentale vermogens ieder moment volledig uitdruk en ik ontdekte dat ik de moed had geen genoegen te nemen met minder.

De bewustwording van Gods tegenwoordigheid is een ontzagwekkende ervaring. Ik begreep duidelijker dat het Woord van God altijd tot me spreekt op een manier die ik kan begrijpen. Het vervangt en corrigeert iedere menselijke mening en vrees die ons zou kunnen beïnvloeden. In Romeinen 12:2 staat: ”wordt deze wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw gemoed, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God is”. En deze vernieuwing van ons gemoed is nog steeds bezig.

Voor mij betekent deze vernieuwing het volledige herstel of de normalisering van mentale activiteit. Ik bevestigde steeds dat, omdat ik de uitdrukking van Gemoed ben, er geen afwezigheid kan zijn van mijn volledig functionerende gedachten, noch kan er een ander gemoed komen tussen God en mij. Deze waarheid verdreef de suggestie dat er iets verkeerd met me was, en dat ik iets niet wist of me iets niet kon herinneren. De woorden, “Bekleed ons met ons waar gemoed”, van een gedicht van John Greenleaf Whittier, zong ik met grote vreugde (Gezangboek van Christian Science, nummer 50). Ik liet mijn eigen denken los en vertrouwde nederig op Gods “tegenwoordigheid van Geest” voor iedere juiste gedachte.

De totale genezing vroeg om aanhoudend gebed, maar geleidelijk, na enkele maanden, verdwenen de druk en vrees die ik had gevoeld. Ik kon me herinneren waar ik mee bezig was, waar de autosleuteltjes waren, of hoe iemand heette. Wat een grote vreugde! Namen, data, plaatsen, plannen kwamen allemaal terug als ik hierover maar communiceerde met het oneindige Gemoed en daarop vertrouwde.

Ik ben heel dankbaar voor de grote vrede en de gezonde geest die tot op heden mijn deel zijn.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.